blog | 18 februari 2022
Het Nederlands leger gebruikte ‘structureel extreem geweld’ tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië (’45- ’49). Het is de belangrijkste conclusie in het onderzoeksrapport Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies. Verkrachting, marteling en executies. Oorlogsmisdaden. De geschiedenisboeken zullen in hun volgende druk hopelijk meer waarheid vertellen over wat zich werkelijk afspeelde in de gordel van smaragd. De verhullende ‘Excessennota’ uit 1969 kan naar de prullenbak worden verwezen net als het – tot nu toe geldende- officiële regeringsstandpunt dat er uit voortkwam. Dat luidde dat er van ‘systematische wreedheid’ geen sprake was. Uit het rapport blijkt bovendien dat het geweld destijds justitieel, militair en politiek werd getolereerd. Reden waarom premier Rutte namens de regering ‘diepe excuses’ aanbood aan de bevolking van Indonesië. Maar (nog?) niet aan de veteranen, Nederlandse dienstplichtigen die onder valse voorwendselen en met gebruik van eufemistische termen als ‘politionele acties’ (herstel van orde en gezag) naar een koloniale oorlog werden gestuurd. Het merendeel kwam, benadrukt het Veteranen Platform in een reactie met schone handen terug. Terwijl de premier sprak dacht ik aan deserteur Poncke Princen die zich aansloot bij de Indonesiërs en de wapens opnam tegen zijn vaderland. Daar een held, hier in de ogen van velen een landverrader. De vraag dringt zich op of postume rehabilitatie op z’n plaats is. Want als Nederland destijds aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond, koos de ‘Witte Guerrilla’ zoals hij in Indonesië genoemd werd, de goede. Oordeel zelf en bekijk de documentaire: Poncke Princen. Held of landverrader