blog | 23 april 2019
Af en toe legt de schoonheid of zeggingskracht van een artikel, column, foto, reportage, speech, schilderij, voorstelling, documentaire of beeldhouwwerk je het zwijgen op. Wanneer zich dat voordoet, schiet het compliment ‘chapeau’ te kort. Er is meer nodig om het enthousiasme uit te drukken, een overtreffende trap. Ik heb hem gevonden: de Borsalino, sinds 1857 de onbetwiste hoed der hoeden.
De eerste Borsalino van dit jaar, een chapeau van formaat, zet ik op de hoofden van Frederick Mansell en Laurens Samsom voor ‘Stad van twee lentes’. Wat een film. Voorlopig hoogtepunt in het oeuvre van het duo dat al meer fraais maakte zoals bijvoorbeeld Team Gaza, een portret van vier Palestijnse voetballers.
‘Stad van twee lentes’ volgt de elfjarige Ala en haar vader die terugkeren naar huis. Althans wat er van over is. Het staat in Mosul, voormalige hoofdstad van het kalifaat. Vader en dochter vluchtten voor IS maar nu de oorlog bijna voorbij is willen ze, net als veel anderen terug. De camera is zelden meer dan een paar meter van de hoofdpersonen verwijderd. Ook bij de Lise Grande, hoofd Humanitaire Missies van de VN, warmhartige doordouwer uit Texas en Jan Wagtmans de Nederlandse ambassadeur die zich, net als Grande inzet voor wederopbouw om zo de terugkeer naar Mosul voor de vluchtelingen mogelijk te maken.
Op de huid van hun hoofdpersonen zitten Mansell en Samsom in een rauwe registratie die zonder commentaar voorbij trekt. De kijker wordt meegezogen in ongepolijste post oorlog poëzie. Ala wandelt met haar vader, hand in hand in het decor van stedelijke ruïnes waar de echo klinkt van de gruwelen die er plaatsvonden. De ontroering zit in iedere scene met het stel en bereikt z’n climax wanneer ze een handvol samen gekochte planten posteren in het puin bij hun huis terwijl Ala lacht omdat ze haar droom verwezenlijkt: een tuin.