blog | 2 oktober 2015
Hij schreef voor de krant/ het gratis maandblad waar ik eind jaren tachtig voor werkte: La Ligna. Bescheiden, zachtaardige man. Vaak onpeilbaar gemoed, moeizaam worstelend met details van het leven. Ongemakkelijk manoeuvrerend, een astronaut in een volkstuin. Onhandige telefoongesprekken. Altijd vriendelijk, belangstellend.
De bundel kwam uit in 1989: ‘De kip die over de soep vloog’, maakte Joodse weemoed al in de eerste zin tastbaar: “We zouden die zondagmiddag op visite gaan bij moeders jeugdvriendin Estella Hamburger, een tandarts. Moeder zei dat haar vroegere vriendin geluk gehad had; al haar familieleden hadden de oorlog overleefd.” Even verderop schrijft hij over diezelfde vriendin van zijn moeder die niet onderdook maar haar haar blondeerde en zonder persoonsbewijs over straat liep: “Jarenlang wandelde ze onverschillig door het oog van de naald.” Frans Pointl, fijngevoelig stillist die je, door zijn broosheid voorzichtig maakte in de omgang met hem, je op je woorden deed letten omdat hij de zijne zo zorgvuldig koos, en je aanzette om oog voor detail te hebben omdat hij zelf welhaast permanent door een vergrootglas leek te kijken.