Documentaire | 29 april 2007
De speciale terroristen afdeling (TA) van de gevangenis in Vught. Uit ooggetuigeverslagen van (ex) gedetineerden en hun familieleden blijkt dat justitie hier een on-Nederlands streng regime hanteert.
De TA is gehuisvest in het voormalige cellenblok uit de Tweede Wereldoorlog, dat deel uitmaakt van de penitentiaire inrichting Nieuw Vosseveld in Vught. De “huisregels” van de afdeling, waarop Reporter de hand wist te leggen, staan volgens deskundigen op gespannen voet met de (inter)nationale gevangenisregels. Zo mogen gedetineerden maar één keer in de week, maximaal tien minuten, met hun advocaat bellen. In andere penitentiaire inrichtingen geldt deze beperking niet.
De gevangenen, onder wie Samir A. en Jason W., maar ook verdachten wier (on)schuld nog door de rechter moet worden vastgesteld, worden bijna 22 uur per etmaal in hun cel opgesloten.
Onderling contact is vrijwel onmogelijk. Wie met een medegevangene in een andere cel probeert te communiceren, wordt bestraft met totale afzondering.
Om het contact met de buitenwereld nog verder te beperken, zijn de kleine ramen van de cellen eind januari “aan de buitenzijde verduisterd”, schrijft een 18-jarige verdachte in een brief aan Reporter. De moeder van Samir A. vertelt in de uitzending dat het licht op de cel van haar zoon dag en nacht brandt. “Hij doet geen oog dicht, ze proberen hem psychisch kapot te maken.”
De moeder van Jason W., die haar zoon gedurende anderhalf jaar zo vaak als ze wilde kon bezoeken toen hij nog in een gewoon huis van bewaring zat, heeft na zijn overplaatsing naar Vught bijna drie maanden moeten wachten voor justitie haar toestemming gaf om hem daar te bezoeken. De vader van Jason W. vertelt in Reporter dat hij zijn zoon al een half jaar niet meer gezien heeft. “Mijn verzoek om hem in Vught te mogen bezoeken is zonder opgaaf van redenen afgewezen.”
Ex-gevangene Mohammed H., die eind vorig jaar ruim twee maanden in Vught doorbracht voordat hij door de rechtbank werd vrijgesproken van terroristische activiteiten, zegt dat de gedetineerden door bewaarders worden gehinderd in het belijden van hun geloof. “Als je bezig bent met je gebed, komen ze je cel binnen en moet je onmiddellijk stoppen. Dat kan niet, een gelovig moslim mag zijn gebed niet afbreken, dan telt het niet. Als je dan toch door bidt, moet je bij de directeur op rapport komen en krijg je straf. Dan wordt de televisie van je cel gehaald en krijg je vijf dagen afzondering”
De TA is een idee van de Nationaal Coördinator Terrorisme bestrijding, Tjibbe Joustra. Hij is bang dat deze radicale moslims in gewone gevangenissen en huizen van bewaring zullen proberen hun mede-gedetineerden te bekeren, en pleitte daarom bij het kabinet voor geconcentreerde opsluiting. De Raad voor de Strafrechtstoepassing, een belangrijk adviesorgaan van de minister van Justitie, werd bij de besluitvorming buitenspel gezet. Pas enkele weken voordat de speciale terroristen afdeling in gebruik werd genomen werd de Raad om advies gevraagd door de minister.
De Raad is een fel tegenstander van de TA, omdat hier minderjarigen en volwassenen, mannen en vrouwen, veroordeelde daders en verdachten bij elkaar worden opgesloten. Dat gebeurt nergens anders in Nederland. Bovendien vreest de Raad dat het geconcentreerd opsluiten van overtuigingsdaders de radicalisering van deze groep gedetineerden alleen maar verder in de hand werkt.
“Hier is een gevangenis gebouwd rondom een misdrijf – terrorisme – in plaats van rondom misdadigers,” zegt historica en terrorisme-onderzoeker Beatrice de Graaf in Reporter. Ook zij waarschuwt voor averechtse effecten van het nieuwe detentiebeleid. “In de jaren zeventig werden in Duitsland de leden van de Rote Armee Fraktion, de RAF, ook allemaal bij elkaar opgesloten, in de Stammheim gevangenis. Die gevangenis werd het symbool van de gevreesde politiestaat en een verzamelpunt voor demonstraties en solidariteitsacties. Uit die acties kwam de tweede generatie RAF-terroristen voort.”
Volgens de Graaf is het veel verstandiger om overtuigingsdaders tussen “ gewone” gedetineerden op te sluiten. “ Er zijn uit het buitenland voorbeelden bekend van vrouwelijke terreurdaders die in een gevangenis werden opgesloten waar ook prostituees zaten. Die moesten helemaal niks van terrorisme hebben. Dat leidde er juist toe dat die terroristen weer wat met hun voeten op de grond kwamen en afstand namen van hun daden en ideologie.”
De uitzending is hier te zien: