blog | 24 juli 2018
Vandaag. Belg, Philippe Gilbert. Geen man voor het klassement, uit op de glorie van een dagzege. Hij ligt op kop, daalt met noodgang, dappere aanvaller. Mist een bocht tijdens de afdaling van de Col de Portret. Dondert over een stenen muurtje. In 1995 viel hier de Italiaan Casartelli, om nooit meer overeind te komen. Gilbert verdwijnt uit beeld in duister groen van struikgewas en bomen. Cameraman achterop motor registreert duikeling. Regisseur wil blijkbaar dat hij bij nieuwe koploper blijft dus rijdt hij door. Kijker in onzekerheid over Gilbert’s lot voor de buis. Minuten duren lang. Dan is camera twee ter plekke. Gilbert leeft, zit even op het muurtje dat hem deed vliegen. Gaat op z’n benen staan, steekt z’n duim omhoog naar de camera, kruipt op z’n fiets, schudt hem terwijl hij weg rijdt even controlerend heen en weer en vervolgt z’n weg naar beneden. Hard gaat het niet meer. Collega’s halen hem vanuit het achterveld in. Ze weten van z’n val, zeggen iets opbeurends of informeren in het voorbijgaan hoe het met hem is. Een enkeling waagt zich aan een voorzichtig schouderklopje. Niet Geraint Thomas, de man uit Wales, in het geel. Troefkaart van Sky, ploeg van viervoudig winnaar Froome die naast hem fietst. De kopman die de Giro van Dumoulin verpestte omdat hij de Italiaanse etappekoers mocht rijden en wist te winnen terwijl hij verdacht werd van dopinggebruik. Salbutamol, een goedje tegen astma, geconsumeerd in een hoeveelheid die de luchtwegen van een giraf zouden ontstoppen. Niks aan de hand. Is een paar dagen voor aanvang van de Tour plots vrijgepleit door de UCI. Doet dus weer mee maar is net als Thomas vooral in zichzelf gekeerd wanneer ze de traag peddelende, uit elleboog en knie bloedende Gilbert passeren. Ik mag ze niet, die jongens Sky. Nu nog minder.
Gilbert rijdt de etappe uit, eindigt binnen de tijd. Staat pers te woord. Is, vertelt ie, op z’n rug terecht gekomen na duikvlucht van vier meter. Zag enkel stenen om zich heen. Dacht aanvankelijk dat hij alles gebroken had maar meende toen hij door fietste dat het meeviel. Medisch onderzoek wijst later op de avond uit dat z’n diagnose hapert. ” Ik kan mijn been niet meer gebruiken. Mijn Tour is voorbij”, vertelt hij aangeslagen. Hij blijkt een knieschijf te hebben gebroken. “Verschrikkelijk, maar ik heb ook veel geluk gehad”, zo voegt Gilbert aan zijn lot een dimensie toe ter nagedachtenis aan de derde keer dat de dood een coureur uit koers nam.