In memoriam Anton Westerlaken; ‘Gelukkiger kun je van werk niet worden.’
Eind jaren negentig. ‘Under cover’ als CNV- medewerker bezoek ik samen met Anton Westerlaken de in Indonesië gedetineerde vakbondsleider Muchtar Pakpahan. De omhelzing van de kleine dappere man in de gevangenis en zijn grote vriend uit Nederland is langdurig. Met Hollandse houterigheid klemt hij de broze Indonesiër met de wankele gezondheid liefdevol tegen z’n borst. Bewakers lachen verlegen en trekken zich terug. Buiten roken ze kreteks. Westerlaken spreekt zijn vriend moed in. Hij steunt hem onvoorwaardelijk. De volgende dag zijn we in de rechtbank getuige van een zitting in het zoveelste schijnproces tegen de verboden vakbond SBSI en zijn voorzitter. Westerlaken vecht waar hij kan voor Pakpahan. Hij lobbyt, onder de radar, bij een lid van de Indonesische regering voor betere medische verzorging, brengt zijn lot onder de aandacht van mensenrechtenorganisaties en bestookt premier Lubbers met brieven om de zaak van Pakpahan op de internationale politieke agenda te krijgen.
Politieke partijen lonken naar de welbespraakte CNV’er. Vergeefs. Hij verkiest een carrière in de zorg. Weg van de schijnwerpers. Een keuze die hij me desgevraagd verklaart met: “Ik kijk nu iedere dag iemand in de ogen waar ik iets voor kan betekenen. Die ik een stapje vooruit kan helpen. Gelukkiger kun je van werk niet worden.”
Onze laatste ontmoeting is tijdens een lunch in een Goois motel. Sinds een paar jaar zien we elkaar nog maar zelden. Te druk en andere slechte redenen. Al vanaf onze reis naar Indonesië, kan Anton de neiging, me op vaderlijke toon toe te spreken, af en toe niet onderdrukken. Bij een uitsmijter benadrukt de inmiddels bestuursvoorzitter van het Rotterdamse Maasstad ziekenhuis nog maar eens het belang van onafhankelijke journalistiek die de plicht heeft om de macht het vuur aan de schenen te leggen. “Ook bestuurders zoals ik”, zegt ie voor ie, met een brede grijns, in z’n auto stapt. “Kijk naar wat we doen. Bewaak de integriteit.” Ik spreek hem uiteraard niet tegen.
Een uur geleden bericht een vriend dat Anton is overleden. Ik wist niet eens dat ie ziek was. Te druk en andere slechte redenen. Op het Schierse strand wandel ik m’n schaamte weg. De Volkskrant publiceert vandaag een fraai In Memoriam voor een bijzondere, warme, wijze man met gortdroge humor.