| 26 november 1995
Dutchbat weigerde medische hulp aan gewonde vluchtelingen in Srebrenica toen de troepen van generaal Mladic de enclave aanvielen. Dat blijkt op 26 november 1995 uit onderzoek van Brandpunt (KRO).
De Bosnische arts Ilijaz Pilav opereerde in het lokale hospitaal met een team van Artsen zonder Grenzen zwaargewonde burgers.
Per fax vroeg hij Dutchbat om medische assistentie omdat hij en zijn team het werk niet aan konden. De bataljonsleiding, bij monde van majoor Franken, de rechterhand van commandant Karremans, weigerde.
Volgens Pilav zijn zes van de gewonden overleden.
De feiten worden bevestigd door Georges Dallemagne, directeur van Artsen zonder Grenzen: ” Dit verzoek om minimale medische hulp werd niet door Dutchbat gehonoreerd. Het weigeren van hulp aan mensen in nood zien wij als een ernstige nalatigheid.”
Leden van het medisch team van Dutchbat verklaren in Brandpunt dat hen gedurende twee dagen verboden werd om burgers medisch te verzorgen. Ook de mensen die hun toevlucht hadden gezocht op de Nederlandse compound mochten niet worden geholpen. Kolonel Hegge, de medische eindverantwoordelijke, verbood hulp aan een zwaargewonde vrouw die uren nadat ze op de compound was binnengebracht werd vervoerd naar het hospitaal van AzG terwijl Pilav en zijn team daar handen tekort kwamen om de gewonde te helpen.
De feiten staan niet vermeld in het zogenoemde ‘Debriefingsrapport’ van het ministerie van Defensie dat een maand eerder aan de Tweede Kamer is overhandigd. Een Kamermeerderheid wil opheldering.
De reportage is hier te zien:
In de media: