blog | 11 juli 2022
Minister Ollongren maakte vandaag, 27 jaar na de genocide in Srebrenica ‘de diepste excuses’ aan de nabestaanden. “De internationale gemeenschap faalde in de bescherming “, zei Ollongren. “Als onderdeel van deze gemeenschap deelt de Nederlandse regering in de politieke verantwoordelijkheid voor de situatie, waarin dit falen kon gebeuren. Daarvoor bieden wij onze diepste excuses aan”.
Arts, vriend en Srebrenica overlevende Ilijaz Pilav postte vandaag de volgende boodschap:
Once again he makes a circle and meets himself at a point called the 11th of July, here’s the 27th time. Once again, time meets with itself at a point you don’t know if it’s the beginning or the end.
Once again, I get up, to go to another circle, to live another year… Another July 11th…It’s not courage to go on when you have the strength. It’s courage to go on when you don’t have the strength… 27th time…
“We kunnen het leed niet van u wegnemen”, speechte minister tijdens de jaarlijkse herdenking op de begraafplaats in Potocari. Ze heeft gelijk maar de regering heeft wel erg lang gewacht. Bovendien heeft Den Haag eerst excuses aangeboden aan de Nederlandse VN- militairen die in Srebrenica dienden, schadeloosstellingen uitgekeerd en hen onderscheiden met ‘het Ereteken voor Verdienste in brons’. Leed vergelijken is lastig maar wie gevoel heeft voor verhouding en weet wat er in Bosnië is gebeurd, begrijpt dat deze geste voor veel nabestaanden zout in diepe wonden betekende. Voeg daar aan toe dat de Bosnische- Nederlandse Alma Mustafic – verbinder bij uitstek- niet welkom was bij de plechtigheid en je begrijpt dat er onnodig kwaad bloed is gezet.
“Maar wat we wel kunnen doen is de geschiedenis recht in de ogen kijken” zei Ollongren vandaag ook. Maar dat is de vraag zo lang de Nederlandse regering bij de Verenigde Staten en andere betrokken landen niet harder aandringt om openheid van zaken en om cruciale documenten vrij te geven. Stukken die meer duidelijk kunnen maken over de val van Srebrenica en vooral wat er aan vooraf ging. Sinds 2015 weten we dat de regering Clinton op 28 mei 1995, na telefonisch overleg met de Franse president Chirac en de Britse premier Major, besloot de luchtaanvallen tegen de Serviërs op te schorten. De twee Europese regeringsleiders drongen daar bij de Amerikaanse president op aan nadat honderden VN-militairen waren gegijzeld. De Serviërs ketenden blauwhelmen vast op strategische plaatsen om zo bombardementen door de NAVO te voorkomen. Uit de documentaire ‘Waarom Srebrenica moest vallen’ blijkt dat de regering Clinton het besluit ‘in stilte’ nam: ‘ …make no public statement to that effect’, luidde het advies aan de president.
In juli 1995 dreigde Srebrenica te vallen. Dutchbat commandant Karremans vroeg om luchtsteun. Die werd toegezegd maar kwam niet. Wie blokkeerde de aanvraag en waarom? Het is de belangrijkste vraag die, 27 jaar na dato, nog altijd op tafel ligt. De roep om het antwoord zal niet verstommen. Nabestaanden zullen hem zo nodig nog generaties lang blijven stellen. Het gaat om genocide in het hart van ons continent. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Europa die niet kan worden geschreven zo lang we in het duister tasten over de verantwoordelijkheid van onze leiders.