blog | 29 mei 2020
Wie ter hoogte van Berg en Dal een terloopse blik werpt op de Suriname rivier zou de indruk kunnen krijgen dat hij traag stroomt. Wie langer kijkt naar voorbijdrijvende bladeren of boomtakken, ziet dat het gezichtsbedrog betreft en begrijpt waarom witte borden langs de waterkant in rode letters zwemmen hier streng verbieden. Op eigen houtje kajakken is evenmin toegestaan. Het wordt reisgenoot Peter, naar lokale maatstaven resoluut meegedeeld.
Het bruine water is niet bijster transparant en lijkt weinig leven te herbergen. Maar wie dat oppert tegenover de mensen die de oevers bevolken, hoort anders. Brilkaaimannen, piranha’s en talloze eetbare vissen bevinden zich onder het troebele oppervlak en bewegen zich rond de vele zandbanken.
Ver kan de menselijke blik aan weerszijden niet reiken. Belemmerd als hij wordt door muren van vegetatie. Gevarieerd en ongerept.
Kort voor het ochtendgloren hangt een haast mystieke nevel als een beschermlaag boven de soms tientallen meters hoge bomen en tussen het dichte struikgewas.
Wie op de Surinamerivier mag aanschouwen hoe de dageraad zich door de dampen duwt, denkt vanaf dan te weten waar de term ochtendgloren bedacht is. Wanneer het eerste licht water en oevers beroert, ontvouwt louter schoonheid zich in volle glorie.
De stuurman van het houten bootje waarmee we stroomopwaarts varen zet de motor voor even af. Geruisloos bewegen we voort in dezelfde richting, steeds langzamer. De stilte enkel onderbroken door zacht klotsend water, zoemende insecten, geklapwiek van vogels en geluiden vanachter het groen aan de waterkant die wij indringers, niet met zekerheid aan een dier kunnen koppelen.
Menselijke beslommeringen verliezen ter plekke hun relevantie, terzijde geschoven door bewondering die tot niets anders kan leiden dan sprakeloosheid. Onder het aardoppervlak delft Suriname bauxiet, boort naar olie en graaft naar goud. De grootste bovengrondse rijkdom bevindt zich hier. De jungle groeit en geeft zuurstof zo lang ze met rust gelaten wordt. Maar dat gebeurt niet. Onderweg naar Berg en Dal wordt zichtbaar op meerdere plaatsen hout gewonnen; wonden in het landschap. Honderden gevelde woudreuzen, ontdaan van wortels en takken in slagorde naast elkaar. Klaar voor transport naar industrie die ze verwerkt tot duurzame meubels, balken, vloeren met het label ‘tropisch hardhout’. Uitverkoop als gevolg van een voortwoekerende kanker: kapconcessies. Ongeneeslijk want lucratief.
Lang ging hier al het transport over het water. Nu loopt er een tweebaansweg voor de vrachtwagens vol boomstammen van de stuwdam in het Brokopondo meer naar Paramaribo. Om de JFK Highway mogelijk te maken, moesten Marron -en indianendorpen wijken.
Wie op zaterdagavond rond elf uur door het centrum van de hoofdstad rijdt, en casino- dichtheid als teken van welvaart beschouwt, zou kunnen denken dat het er goed gaat. Zeker wanneer je de avond begint in een Thais restaurant in een welvarende wijk van de stad. In de Garden of Eden is het eten voortreffelijk. De tuin, voorzien van metershoog bamboe en Aziatische houtsnijkunst. In het midden een open keuken met Thaise koks, omringd door clientèle. Goedgeklede, welriekende stadsbewoners die in dure auto’s, sommige met chauffeur, arriveren. Op de terugweg slaagt de taxichauffeur er in om, zonder onverhoedse manoeuvres, de vele kuilen in het asfalt te omzeilen. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht. “Het is onmogelijk dat Bouta herkozen wordt”, zegt hij als we het presidentieel paleis passeren. Ook de jongeren, zullen hem, weet hij zeker, niet meer kiezen. “Dat is onmogelijk want hij heeft Suriname verkwanseld, zichzelf verrijkt en economisch gaat het alleen maar slechter. Al jaren.” Hij lijkt gelijk te krijgen. Het is twee jaar later, een paar dagen na de verkiezingen. Een derde van de stemmen is geteld, tegenkandidaat Santokhi staat op winst. Hij waarschuwt voor fraude. Het ministerie van Binnenlandse Zaken weigert de officiële uitslag van de verkiezingen bekend te maken.
Ronny Brunswijk van oppositiepartij ABOP zegt te hebben gezien dat de kleinzoon van de president probeerde dozen met stembiljetten te stelen. Z’n opa geeft zich in ieder geval niet gewonnen. Bouterse verlangt een hertelling. Zijn chaos regeert. Wie delft het onderspit? Wie zich herinnert wat er in december 1982 in Fort Zeelandia gebeurde, houdt z’n hart vast.